trap - Vertaling Nederlands-Spaans

Naar andere talen: • trap > DE • trap > EN • trap > FR

Vertalingen trap NL>ES

de trap

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[trɑp]
Verbuigingen:	trappen (meerv.)

1) schuine constructie bestaande uit een aantal treden waarlangs je van beneden naar boven en andersom kunt lopen - escalera (la ~)

keukentrapje - escalera portátil
de trap op lopen/komen (=naar boven lopen) - subir la escalera
de trap af lopen/komen (=naar beneden lopen) - bajar la escalera
Ben je van de trap gevallen? (=is je haar geknipt?) - ¿Te cortaron el pelo?

2) harde tik met de voet - patada (la ~)

iemand een trap geven/verkopen - dar una patada a alguien
een vrije trap (=(bij voetbal) een schot tegen de bal zonder dat de tegenpartij je daarbij mag hinderen) - un tiro libre
iemand een trap na geven (=iemand na een vervelende gebeurtenis nog eens extra kwetsen) - dar un golpe de gracia a alguien

3) fase in een bepaalde ontwikkeling - grado (el ~), nivel (el ~)

de hoogste trap van de maatschappelijke ladder bereiken (=een hoge maatschappelijke positie bereiken) - alcanzar el peldaño más alto de la escala social
de trappen van vergelijking (=de verschillende gradaties van een bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld 'mooi', 'mooier' en 'mooist') - los grados de comparación

Overige bronnen

de trap (m)	la escalera (v) ; la etapa ; la patada (v)
trap	la avutarda (v) ; escala de bajada del tambucho ; escalera ; piso ; quebrada ; trampa

Bronnen: interglot; Diving dictionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `trap`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: brandtrap
NL: fase
NL: graad
NL: hengst
NL: ladder
NL: opgang
NL: schop
NL: stadium
NL: trapje
NL: voetbeweging