Vertalingen struik NL>ES
de struik
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [strœyk] |
Verbuigingen: | struiken (meerv.) |
1) grote plant met dunne takken -
arbusto (el ~) planten, struiken en bomen in de tuin hebben - tener plantas, arbustos y árboles en el jardín. |
2) krop -
troncho (el ~) een struik andijvie - una escarola |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de struik (m) | el arbusto (m) |
struik | arbusto ; arbustos ; la mata (v) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `struik`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bosjeNL: heesterNL: plant