Vertalingen stoeien NL>ES
stoeien
werkw.
| Uitspraak: | [ˈstujə(n)] |
| Verbuigingen: | stoeide (verl.tijd ) heeft gestoeid (volt.deelw.) |
als spelletje een beetje vechten -
juguetear | De kinderen stoeiden met elkaar. - Los niños jugueteaban. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| stoeien (ww.) | juguetear (ww.) |
| stoeien | retozar |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `stoeien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dartelenNL: dolNL: dollenNL: ravottenNL: robbedoezen