Vertalingen schuld NL>ES
schuld
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [sxʏlt] |
Verbuigingen: | schulden (meerv.) |
1) geldbedrag dat je nog moet betalen -
deuda (la ~) hypotheekschuld - deuda hipotecaria speelschulden - deudas de juego schulden maken - contraer deudas Ik moet de bank nog een schuld van 10.000 euro afbetalen. - Tengo una deuda de 10.000 euros pendiente con el banco. |
2) verantwoordelijkheid voor iets dat verkeerd gegaan is -
culpa (la ~) Ik kreeg er de schuld van dat er een fout in de rekening zat. - Me echaron la culpa de que hubiera un error en el cálculo. Het is zijn schuld dat het ongeluk gebeurde. - Es su culpa que ocurriera el accidente. |
Eigen schuld, dikke bult. (=<je zegt dit als iemand klaagt over het negatieve gevolg van zijn eigen handelen>) - ¡Fastídiate! Te está bien merecido.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de schuld | la culpa (v) ; la deuda (v) |
schuld | deuda ; deuda pasiva ; deudas |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `schuld`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: foutNL: schuldenlastNL: verantwoordelijkheidNL: verplichting