Vertalingen savoureren NL>ES
savoureren (ww.) | comer con gusto (ww.) ; deleitarse (ww.) ; disfrutar (ww.) ; golosinear (ww.) ; gozar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `savoureren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: proevenNL: smikkelenNL: smullen