Vertaal
Naar andere talen: • samenbinden > DEsamenbinden > ENsamenbinden > FR
Vertalingen samenbinden NL>ES
samenbinden (ww.) abotonar (ww.) ; abrochar (ww.) ; atar (ww.) ; encordar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `samenbinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan elkaar binden
NL: aaneenbinden
NL: verbinden