Vertaal
Naar andere talen: • rijgen > DErijgen > ENrijgen > FR
Vertalingen rijgen NL>ES

rijgen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɛixə(n)]
Verbuigingen:  reeg (verl.tijd ) heeft geregen (volt.deelw.)

1) (kralen) verbinden met een draad of snoer - ensartar
pinda's aan een snoer rijgen voor de vogeltjes - pasar cacahuetes por un hilo para los pájaros

2) aan elkaar naaien met grote steken - hilvanar
rijgen voor je gaat stikken - hilvanar antes de pespuntear

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
rijgen (ww.) atar (ww.) ; encadenar (ww.) ; enlazar (ww.) ; ensartar (ww.)
rijgen carga ; desenhebrado ; enhebrado
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `rijgen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aaneenrijgen
NL: dichtrijgen
NL: dichtsnoeren
NL: naaien