Vertaal
Naar andere talen: • opvliegen > DEopvliegen > ENopvliegen > FR
Vertalingen opvliegen NL>ES
opvliegen (ww.) alzar (ww.) ; arrebatarse (ww.) ; ascender (ww.) ; brincar (ww.) ; despegar (ww.) ; elevarse (ww.) ; emerger (ww.) ; enarcar (ww.) ; encolerizarse (ww.) ; levantar (ww.) ; levantarse (ww.) ; subir (ww.) ; tomar velocidad (ww.) ; volarse (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opvliegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: driftig zijn
NL: gaan
NL: omhoog vliegen
NL: omhoogkomen
NL: opstaan
NL: opstijgen
NL: opstuiven
NL: opwaarts vliegen