Vertalingen ontvluchten NL>ES
ontvluchten
werkw.
| Uitspraak: | [ɔntˈflʏxtə(n)] |
| Verbuigingen: | ontvluchtte (verl.tijd ) is ontvlucht (volt.deelw.) |
weggaan om iets kwijt te raken -
huir | naar het café gaan om de gespannen sfeer thuis te ontvluchten - irse al bar para huirse del ambiente tenso en casa |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| ontvluchten (ww.) | bajar (ww.) ; descender (ww.) ; evadir (ww.) ; salir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontvluchten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontglippenNL: ontkomenNL: ontsnappenNL: uitwijkenNL: vluchtenNL: wegkomenNL: weglopenNL: wegrennenNL: wegvluchten