Vertaal
Naar andere talen: • narren > DEnarren > ENnarren > FR
Vertalingen narren NL>ES
narren (ww.) fastidiar (ww.) ; hacer la puñeta (ww.) ; incordiar (ww.) ; molestar (ww.) ; provocar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `narren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: koeioneren
NL: kwellen
NL: pesten
NL: plagen
NL: sarren
NL: tarten
NL: tergen
NL: treiteren