Vertaal
Vertalingen minimaliseren NL>ES
minimaliseren (ww.) achicar (ww.) ; aminorar (ww.) ; disminuir (ww.) ; empequeñecer (ww.) ; hacer menos (ww.) ; rebajar (ww.) ; recortar (ww.) ; reducir (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `minimaliseren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bagatelliseren
NL: kleiner maken
NL: minder maken
NL: minmaken
NL: verkleinen