1. MWB
  2. Vertalen
  3. merk (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • merk > DE • merk > EN • merk > FR
Vertalingen merk NL>ES

het merk

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [mɛrk]
Verbuigingen:  merken (meerv.)

1) naam van een bedrijf of de producten van een bedrijf - marca (la ~)
goedkope jenever van een onbekend merk - ginebra económica de una marca desconocida
een sterk merk - una marca fuerte

2) teken dat ergens op is aangebracht zodat je het kunt herkennen - marca (la ~)
Alle kledingstukken zijn van een merkje voorzien. - Todas las prendas están provistas de una marca.
Elke koe heeft een oormerk. - Cada vaca tiene una marca en la oreja.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het merkla característica (v) ; distintivo (znw.) ; el emblema (m) ; la marca (v) ; la marca comercial (v) ; la marca registrada (v) ; el rasgo característico (m) ; el símbolo (m)
merk estampilla ; marca ; marchamo ; rasgo
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `merk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beeldmerk
NL: brandmerk
NL: eigenschap
NL: handelsmerk
NL: kenmerk
NL: kenteken
NL: label
NL: logo
NL: merknaam
NL: merkteken