Vertalingen matigen NL>ES
matigen
werkw.
Uitspraak: | ['matəxə(n)] |
Verbuigingen: | matigde (verl.tijd ) heeft gematigd (volt.deelw.) |
minder laten worden -
moderar matig uw snelheid - modere su velocidad |
zich matigen (=minder doen of willen dan eerst) - moderarse
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
matigen (ww.) | aflojar (ww.) ; ahorrar (ww.) ; calmar (ww.) ; calmarse (ww.) ; controlar (ww.) ; dominar (ww.) ; economizar (ww.) ; gastar menos (ww.) ; moderar (ww.) ; reducir los gastos (ww.) ; refrenar (ww.) ; reprimir (ww.) ; templar (ww.) ; terraplenar (ww.) ; tranquilizarse (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `matigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedarenNL: bedwingenNL: beheersenNL: beperkenNL: besparenNL: beteugelenNL: bezuinigenNL: dempenNL: geld besparenNL: intomen