Vertalingen kleinzielig NL>ES
kleinzielig | angosto ; apogado ; apretado ; corto ; eficiente ; escatimado ; estrecho ; estrecho de miras ; innoble ; limitado ; mezquino ; pequeña ; pequeño |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kleinzielig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekrompenNL: benepenNL: kleingeestig