Vertalingen kleinzielig NL>DE
kleinzielig | beschränkt ; borniert ; bürgerlich ; eng ; engstirnig ; geizig ; genau ; gering ; gewerblich ; klein ; kleinbürgerlich ; kleinkariert ; kleinlich ; kleinmütig ; knapp ; knickrig |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kleinzielig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekrompenNL: benepenNL: kleingeestig