Vertalingen kamperen NL>ES
kamperen
werkw.
| Uitspraak: | [kɑmˈperə(n)] |
| Verbuigingen: | kampeerde (verl.tijd ) heeft gekampeerd (volt.deelw.) |
buiten leven en in een tent of caravan slapen, vooral in de vakantie -
acampar © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| kamperen (ww.) | acampar (ww.) ; hacer camping (ww.) |
| kamperen | camping |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kamperen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: tentslapen