Vertalingen hotel NL>ES
het hotel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [hoˈtɛl] |
Verbuigingen: | hotels (meerv.) |
gebouw waar je tegen betaling kunt logeren -
hotel (el ~) drie nachten boeken in een hotel - reservar tres noches en un hotel |
zorghotel (=hotel waar je na het ziekenhuis kunt logeren als je nog hulp nodig hebt) - hotel asistido
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het hotel | el albergue (m) ; la casa de huéspedes (v) ; la empresa hotelera (v) ; la habitación (v) ; el hostal (m) ; el hotel (m) ; el internado (m) ; la pensión (v) |
hotel | hotel |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hotel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herbergNL: logementNL: restaurant