Vertalingen hotel NL>EN
het hotel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [hoˈtɛl] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
gebouw waar je tegen betaling kunt logeren -
hotel drie nachten boeken in een hotel - book three nights in a hotel |
zorghotel (=hotel waar je na het ziekenhuis kunt logeren als je nog hulp nodig hebt) - convalescence home
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het hotel | the hotel ; the hotel business |
hotel | hotel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hotel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herbergNL: logementNL: restaurant