Vertaal
Naar andere talen: • haten > DEhaten > ENhaten > FR
Vertalingen haten NL>ES

haten

werkw.
Uitspraak:  [ˈhatə(n)]
Verbuigingen:  haatte (verl.tijd ) heeft gehaat (volt.deelw.)

intense langdurige vijandschap of afschuw voelen voor (iets of iemand) - odiar
je buurman haten omdat hij je altijd treitert - odiar a tu vecino porque siempre te fastidia
Ik haat het om naar de tandarts te moeten. - Lo detesto que tenga que ir al dentista.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
haten (ww.) detestar (ww.) ; odiar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `haten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afkeer hebben