Vertalingen glippen NL>ES
glippen (ww.) | dar un patinazo (ww.) ; deslizarse (ww.) ; escapar (ww.) ; escaparse (ww.) ; resbalar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `glippen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: floepenNL: glibberenNL: glijdenNL: losschietenNL: rennenNL: slippenNL: wegglippen