exploiteren

Vertalingen exploiteren NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ɛksplwɑˈter ə(n)]
Verbuigingen:	exploiteerde (verl.tijd ) heeft geëxploiteerd (volt.deelw.)

een zaak (van een ander) zó beheren dat je er geld mee verdient - explotar

de kantine van de tennisclub exploiteren - explotar la cantina del club de tenis
een kolenmijn exploiteren - explotar una mina de carbón

Overige bronnen

exploiteren (ww.)	abusar de (ww.) ; aprovechar (ww.) ; emplear (ww.) ; explotar (ww.) ; tener en explotación (ww.) ; usar (ww.) ; utilizar (ww.)
het exploiteren	el aprovechamiento (m)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `exploiteren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: beheren
NL: exploitatie
NL: rantsoeneren
NL: runnen
NL: uitbaten
NL: uitbuiten
NL: uitmelken
NL: uitzuigen

Zojuist vertaald