Vertalingen erfgoed NL>ES
het erfgoed
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɛrfxut] |
Verbuigingen: | erfgoederen (meerv.) |
de goederen of het bezit die samen de erfenis vormen -
bienes hereditarios (el ~) het culturele erfgoed van een land (=wat vorige generaties aan cultuur hebben nagelaten) - el patrimonio cultural de un país
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het erfgoed | el bienes hereditarios (m) ; la herencia (v) ; el legado (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `erfgoed`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boedNL: boedelNL: deelNL: erfboedelNL: erfenisNL: legaatNL: nalatenschap