Vertalingen erfgoed NL>DE
het erfgoed
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɛrfxut] |
Verbuigingen: | erfgoederen (meerv.) |
de goederen of het bezit die samen de erfenis vormen -
Erbgut (das ~) het culturele erfgoed van een land (=wat vorige generaties aan cultuur hebben nagelaten) - das kulturelle Erbe eines Landes
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het erfgoed | der Erbe ; das Erbgut ; die Erbmasse |
erfgoed | das Erbgut |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `erfgoed`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boedNL: boedelNL: deelNL: erfboedelNL: erfenisNL: legaatNL: nalatenschap