Vertalingen echtgenoot NL>ES
de echtgenoot
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɛxtxənot] |
Verbuigingen: | echtgenootnoten (meerv.) |
de echtgenote
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈɛxtxənotə] |
Verbuigingen: | echtgenoots (meerv.) |
degene met wie je getrouwd bent -
esposo/-sa (el ~/la ~), cónyuge (el ~/la ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de echtgenoot (m) | el esposo (m) ; el marido (m) |
echtgenoot | consorte ; cónyuge ; la esposa (v) ; esposo ; marido |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `echtgenoot`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eegaNL: gadeNL: gemaalNL: huwelijkspartnerNL: levensgezelNL: levenspartnerNL: manNL: partner