Vertaal
Naar andere talen: • duizelen > DEduizelen > ENduizelen > FR
Vertalingen duizelen NL>ES

duizelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈdœyzələ(n)]
Verbuigingen:  duizelde (verl.tijd ) heeft geduizeld (volt.deelw.)

duizelig maken;
in verwarring brengen
- marearse
Die ontdekking deed de geleerden duizelen. - Ese descubrimiento hizo marear a los científicos.
uitdrukking het duizelt me

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
duizelen (ww.) dar vueltas (ww.) ; marear (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `duizelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: in de war maken