Vertalingen dit NL>ES
dit
pronoun
1) <je gebruikt dit woord als je iets aanwijst>
-
esto , este , esta Wil je dit boek of dat boek hebben? - ¿Quieres tener este o aquel libro? |
2) <je gebruikt dit woord als je naar iets wijst dat dichtbij is>
-
esto , este , esta In dit huis ben ik geboren. - En esta casa nací. |
3) <je gebruikt dit woord als je over iets praat dat al eerder gezegd is>
-
lo , la , esto Ik heb spijt van mijn oneerlijkheid. Dit doe ik nooit meer. - Me arrepiento de mi deshonestidad. No lo haré nunca más. |
4) deel van de uitdrukking: -
over ditjes en datjes praten (=over allerlei dingen praten) - charlar
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het dit | esto |
dit | esta ; estas ; este ; estos |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `dit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: datNL: dezeNL: die