Vertaal
Naar andere talen: • circuleren > DEcirculeren > ENcirculeren > FR
Vertalingen circuleren NL>ES

circuleren

werkw.
Uitspraak:  [sɪrkyˈlerə(n)]
Verbuigingen:  circuleerde (verl.tijd ) heeft gecirculeerd (volt.deelw.)

rondgaan (in iets);
zich verspreiden
- circular
Er circuleren allerlei geruchten. - Corren varios rumores.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
circuleren (ww.) circular (ww.) ; turnarse (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `circuleren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doorstromen
NL: in omloop zijn
NL: rondzenden
NL: rouleren