Vertaal
Naar andere talen: • circuleren > ENcirculeren > EScirculeren > FR
Vertalingen circuleren NL>DE

circuleren

werkw.
Uitspraak:  [sɪrkyˈlerə(n)]
Verbuigingen:  circuleerde (verl.tijd ) heeft gecirculeerd (volt.deelw.)

rondgaan (in iets);
zich verspreiden
- zirkulieren
Er circuleren allerlei geruchten. - Es zirkulieren allerlei Gerüchte.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
circuleren (ww.) im Umlauf sein (ww.) ; inUmlaufsein (ww.) ; kreisen (ww.) ; umlaufen (ww.) ; zirkulieren (ww.)
circuleren (werkw.) kursieren ; umlaufen ; zirkulieren
circuleren umlaufen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `circuleren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doorstromen
NL: in omloop zijn
NL: rondzenden
NL: rouleren