Vertalingen boom NL>ES
de boom
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bom] |
Verbuigingen: | bomen (meerv.) |
1) een stam met takken plantkunde -
árbol (el ~) beukenbomen - hayas kerstboom - árbol de navidad |
een boom van een vent (=een heel grote man) - un tío como un roble
|
hoge bomen vangen veel wind (=mensen met een hoge functie krijgen veel kritiek) - en lo más alto cae el rayo
|
2) deel van de uitdrukking: -
een boom opzetten (=een uitvoerig gesprek beginnen) - enzarzarse en una conversación
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de boom (m) | el árbol (m) |
boom | árbol ; arboles ; botavara ; brazo de cuchara ; la garrocha (v) ; lanza ; lanza de enganche ; el palo (m) ; pieza con colada ; plegador ; pluma de carga ; puntal de carga ; soporte ; zanca |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; WikipediaVoorbeeldzinnen met `boom`

Voorbeeldzinnen laden....