Vertalingen blesseren NL>ES
blesseren (ww.) | afectar (ww.) ; causar perjuicio (ww.) ; dañar (ww.) ; hacer daño a (ww.) ; herir (ww.) ; lastimar (ww.) ; lesionar (ww.) ; perjudicar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `blesseren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezerenNL: kwetsenNL: schadenNL: verwonden