Vertaal
Naar andere talen: • bewapenen > DEbewapenen > ENbewapenen > FR
Vertalingen bewapenen NL>ES

bewapenen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈwapənə(n)]
Verbuigingen:  bewapende (verl.tijd ) heeft bewapend (volt.deelw.)

iemand of iets van wapens voorzien - armar
bewapend met pijl en boog - armado con arco y flecha
zich bewapenen tegen een inval - armarse contra una invasión
uitdrukking zwaar bewapend

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bewapenen (ww.) armar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bewapenen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: wapenen