Vertalingen belasting NL>ES
de belasting
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [bəˈlɑstɪŋ] |
| Verbuigingen: | belastingen (meerv.) |
1) deel van een bedrag dat je aan de overheid moet betalen financieel -
impuesto (el ~) omzetbelasting - impuesto sobre el volumen de ventas
loonbelasting - impuesto sobre el salario
belasting heffen - recaudar impuestos
belasting inhouden op het salaris - retener el impuesto del salario
belasting ontduiken - evadir impuestos |
 belasting op toegevoegde waarde (btw)
(=belasting die een bedrijf betaalt over de omzet) - impuesto sobre el valor añadido (iva)
|
2) druk die door een bepaald gewicht wordt uitgeoefend -
carga (la ~) | De brug stortte in door een te zware belasting. - El puente se derrumbó por una sobrecarga. |
3) de last en zorg die iemand voelt -
carga (la ~) | De verzorging van haar zieke ouders is een zware belasting voor haar. - El cuidado de sus padres enfermos es una carga muy pesada para ella. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de belasting (v) | la tasa (v) ; el recargo (m) ; el gastos (m) ; la expensas (v) ; el derechos (m) ; el costo (m) ; el costes (m) ; el coste (m) ; la costas (v) ; la carga impositiva (v) |
| de belasting | el impuesto |
| belasting | solicitación ; tensión ; carga ; régimen ; presión del trabajo ; presión ; ohmio no-reactivo ; no reactiva ; inpuesto ; impuestos ; exigencias ; esfuerzo ; condición de carga ; carga de salida |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Omegawiki.org; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `belasting`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: accijnsNL: belastingheffingNL: cijnsNL: drukNL: heffingNL: kostenNL: legesNL: lootNL: overheidsbelastingNL: pand
