Vertalingen afwissen NL>ES
afwissen (ww.) | cepillar (ww.) ; desempolvar (ww.) ; limpiar (ww.) |
het afwissen | el limpiar el polvo (m) ; el quitar el polvo (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afwissen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdrogenNL: afnemenNL: afstoffenNL: afvegenNL: sponsenNL: vegenNL: wegvegenNL: wissen