Vertaal
Naar andere talen: • afvliegen > DEafvliegen > ENafvliegen > FR
Vertalingen afvliegen NL>ES
afvliegen (ww.) desencajarse (ww.) ; echarse a volar (ww.) ; rebotar (ww.) ; volarse (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afvliegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afspatten
NL: afspringen
NL: opstijgen
NL: wegvliegen