Vertaal
Naar andere talen: • afsplijten > DEafsplijten > ENafsplijten > FR
Vertalingen afsplijten NL>ES
afsplijten (ww.) aislar (ww.) ; separar (ww.)
het afsplijtenla atomización (v) ; la división (v) ; la escisión (v) ; la fisión (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afsplijten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afsplijting
NL: afsplitsen
NL: afsplitsing