Vertalingen aan NL>ES
I aan
bijwoord
1) in werking -
puesto/-ta , encendido/-da De radio staat aan. - La radio está encendida. |
2) deel van de uitdrukking: -
het is dik aan tussen hen (=zij zijn zeer goede vrienden of innige geliefden) - estos dos están muy enamorados
|
II aan
voorzetsel
1) <je gebruikt dit woord om te zeggen voor wie iets is>
-
a , en een boek aan iemand geven - dar un libro a alguien |
het is aan jou om ... (=jij beslist of ...) - te toca a tí que...
Het is aan jou of we weggaan. - Te toca a tí decidir si nos vamos.
|
2) <je gebruikt dit woord bij plaatsaanduidingen>
-
a , en aan tafel zitten - estar sentado a la mesa aan de kust wonen - vivir en la costa je handen aan het stuur houden - mantener las manos al volante |
het aan je hart hebben (=een ziekte aan je hart hebben) - tener un problema de corazón
|
3) <je gebruikt dit woord om een verbinding of een relatie uit te drukken>
-
a , en een knoop aan je overhemd zetten - coser un botón a tu camisa aan iemand denken - pensar en alguien |
4) als gevolg van -
por , de doodgaan aan kanker - morirse de cáncer |
5) bezig met -
a , en aan het werk zijn - estar ocupado |
6) deel van de uitdrukking: -
aan iets toe zijn (=iets nodig hebben) - necesitar algo
Ik ben toe aan vakantie. - Necesito vacaciones.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aan | a ; conectado ; encendido |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `aan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangaandeNL: betreffendeNL: bijNL: bovenNL: circaNL: dichtbijNL: doorNL: inNL: langsNL: met