Vertalingen stapelen NL>ES
| stapelen (ww.) | acumular (ww.) ; acumularse (ww.) ; amontonar (ww.) ; apilar (ww.) ; arrumar (ww.) |
| het stapelen | la acumulación (v) ; el aumento (m) |
| stapelen | apilable ; apilado ; apilamiento ; carga del arca ; chimeneas y conductos de humo ; formación de rimeros |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stapelen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: op elkaar stapelenNL: opeenhopenNL: ophopenNL: opstapelen
