Vertalingen schoen NL>ES
de schoen
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [sxun] |
Verbuigingen: | schoenen (meerv.) |
wat je draagt aan een voet als je buiten loopt -
zapato (el ~) kinderschoen - zapato infantil sportschoen - zapatilla |
iemand iets in de schoenen schuiven (=beweren dat iemand iets heeft gedaan, heeft gezegd of vindt) - colgarle el sambenito a alguien
|
je schoen zetten (=<als kind 's avonds in de dagen voor het Sinterklaasfeest> een schoen bij de kachel plaatsen in de hoop dat Sinterklaas er een cadeautje in zal doen) - poner el zapato
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de schoen (m) | la bota (v) ; el zapato (m) |
schoen | tejuelo hembra |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `schoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: flat