Vertalingen oefenen NL>ES
oefenen
werkw.
Uitspraak: | [ˈufənə(n)] |
Verbuigingen: | oefende (verl.tijd ) heeft geoefend (volt.deelw.) |
leren door herhalen -
practicar Goochelen leer je door veel te oefenen. - Hacer magia se aprende con mucha práctica. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
oefenen (ww.) | adiestrar (ww.) ; ejercer (ww.) ; ejercitar (ww.) ; ejercitarse (ww.) ; ejercitarse en (ww.) ; ensayar (ww.) ; hacer ejercicios (ww.) ; practicar (ww.) ; prepararse para (ww.) ; repasar (ww.) ; repetido (ww.) ; repetir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `oefenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekwamenNL: coachenNL: hardenNL: herhalenNL: makenNL: ontwikkelenNL: praktiserenNL: repeterenNL: trainen