misleiden

Vertalingen misleiden NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[mɪsˈlɛidə(n)]
Verbuigingen:	misleidde (verl.tijd ) heeft misleid (volt.deelw.)

(iemand) opzettelijk iets laten geloven dat niet klopt - engañar

De samenvatting geeft een misleidend beeld van het rapport. - El resumen da una imagen engañosa del informe.

Overige bronnen

misleiden (ww.)	burlar (ww.) ; dar el pego (ww.) ; defraudar (ww.) ; embaucar (ww.) ; engañar (ww.) ; estafar (ww.) ; mentir (ww.) ; propiciar equivocarse (ww.) ; timar (ww.)
misleiden	el engaño (m)

Bronnen: Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `misleiden`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: afzetten
NL: bedonderen
NL: bedriegen
NL: beduvelen
NL: belazeren
NL: besodemieteren
NL: om de tuin leiden
NL: op een dwaalspoor zetten
NL: oplichten
NL: zwendelen

Ook in de database