lief

Naar andere talen: • lief > DE • lief > EN • lief > FR

Vertalingen lief NL>ES

bijv.naamw.

Uitspraak:

[lif]

1) als je iemand erg aardig vindt of van iemand houdt - amable

Je bent een lieve schat. - Eres un amor.
Wat lief van je om me uit te nodigen. - Qué amable de invitarme.

2) deel van de uitdrukking: -

Ik zou er een lief ding voor over hebben om...

3) deel van de uitdrukking: -

meer dan me lief is

4) deel van de uitdrukking: -

voor lief nemen

Overige bronnen

het lief	el pololo (m) ; el novio (m)
lief	docil ; simpático ; querido ; precioso ; obediente ; mono ; modélico ; majo ; gracioso ; encantador ; elegante ; ejemplar ; edénico ; divino ; con gracia ; celestial ; bueno ; angelical ; amigable ; amado ; amable ; afable ; adorable ; la amada (v) ; pituso ; el lindo (m) ; chulo

Bronnen: Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `lief`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aardig
NL: allerliefst
NL: bekoorlijk
NL: bemind
NL: beminde
NL: beminnelijk
NL: bevallig
NL: braaf
NL: deugdzaam
NL: dierbaar

Ook in de database