Vertaal
Naar andere talen: • boer > DEboer > ENboer > FR
Vertalingen boer NL>ES

Ia de boer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bur]
Verbuigingen:  boeren (meerv.)

Ib de boerin

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [buɪn]
Verbuigingen:  boernen (meerv.)

iemand die als beroep een bedrijf met dieren of land heeft - campesino/-na (el ~/la ~), granjero/-ra (el ~/la ~)
een boer met honderd koeien - un granjero con cien vacas
uitdrukking lachen als een boer die kiespijn heeft


II de boer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bur]
Verbuigingen:  boeren (meerv.)

borrelend geluid uit je keel - eructo (el ~)
boeren laten - tirar eructos

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
boer (ww.) eructar (ww.) ; regoldar (ww.)
de boer (m) el agricultor (m) ; la campesina (v) ; el campesino (m) ; descarado (znw.) ; el eructo (m) ; la granjera (v) ; el granjero (m) ; grosero (znw.) ; el paleto (m) ; la persona insolente (v)
Boer Bóer
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `boer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: agrariër
NL: botterik
NL: handelaar
NL: landbouwer
NL: landman
NL: onbeschofte man
NL: oprisping
NL: plattelander
NL: ploeger