Vertaal
Naar andere talen: • beloven > DEbeloven > ENbeloven > FR
Vertalingen beloven NL>ES

beloven

werkw.
Uitspraak:  [bəˈlovə(n)]
Verbuigingen:  beloofde (verl.tijd ) heeft beloofd (volt.deelw.)

(iemand) zeggen dat je zeker iets zult doen of geven - prometer
beloven dat je de afwas zult doen - prometer que fregues los platos
een snoepje beloven - prometer una golosina
uitdrukking Beloofd is beloofd.
uitdrukking Het belooft een mooie dag te worden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beloven (ww.) ofrecer (ww.) ; prometer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beloven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doen verwachten
NL: toezeggen