Vertalingen bezitten NL>ES
bezitten
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈzɪtə(n)] |
| Verbuigingen: | bezat (verl.tijd ) heeft bezeten (volt.deelw.) |
hebben -
poseer , tener | een computer bezitten - tener un ordenador |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| bezitten (ww.) | disponer de (ww.) ; poseer (ww.) ; propiedades (ww.) ; tener (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bezitten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beschikkenNL: hebben