zoals

conjunction

Uitspraak:

[zoˈɑls]

1) <als voorbeeld>
- like, (such) as

Kleine landen in de EU, zoals Denemarken en Griekenland... - Small countries in the EU, such as Denmark and Greece...

2) <als vergelijking>
- as, like

Het wordt niet meer zoals vroeger. - It's not any more like it was before. Zoals gewoonlijk beginnen we te laat. - As always, we start too late.

© K Dictionaries Ltd.

zoals

just like ; like ; according as ; as ; how ; such as

Bronnen: interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages




NL: bijvoorbeeld
NL: naar
NL: zo

NL: doe zoals ik EN: do as I do, do like me
NL: mensen zoals hij EN: men such as he (like him)
NL: het is treurig zoals hij haar behandelt EN: it is a shame the way he treats her