het zicht

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[zɪxt]

het kunnen zien - sight, visibility

slecht zicht vanwege de mist - bad visibility due to a mist

zicht hebben op (=(iets) redelijkerwijs kunnen verwachten) - have an eye on; have in one's sights Ze heeft zicht op een leukere functie bij hetzelfde bedrijf. - She has an eye on a better position in the same company.

aan het zicht onttrekken (=zorgen dat iets niet meer gezien wordt) - hide from view Door een rij struiken worden de afvalcontainers aan het zicht onttrokken. - The garbage containers are hidden from view by a row of bushes.

© K Dictionaries Ltd.

het zicht	the vision
de zicht	the panorama ; the sight ; the view
zicht	boning rod ; horizon ; line of sight ; optical sighting ; sickle ; small scythe ; visibility ; visibility conditions ; visual reference

Bronnen: MWB; interglot; TU-Delft-Hydraulic-Engineering-Glossary; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages




NL: gezicht
NL: gezichtsveld
NL: inzicht
NL: kijk
NL: panorama
NL: prospect
NL: sikkel
NL: uitzicht
NL: vergezicht
NL: vue

NL: slecht zicht EN: poor visibility
NL: in zicht EN: (with)in sight
NL: drie dagen na zicht EN: three days after sight
NL: op zicht EN: at sight
NL: op zicht zenden EN: send on approval