Vertalingen verstrijken NL>EN
verstrijken (ww.) | to brush ; to elapse ; to expire ; to go by ; to pass ; to passing |
het verstrijken | the elapsing ; the lapsing |
verstrijken | expiry ; pass by |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `verstrijken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afleggenNL: aflopenNL: doorgaanNL: omkomenNL: overdrijvenNL: overgaanNL: vergaanNL: verlopenNL: vervallenNL: voorbijgaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: de tijd is verstreken
EN: time is upNL: het
verstrijken
EN: passage EN: expiration, lapse