Vertalingen stamelen NL>EN
stamelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈstamələ(n)] |
Verbuigingen: | stamelde (verl.tijd ) heeft gestameld (volt.deelw.) |
met moeite en met onderbrekingen praten of (iets) zeggen -
stutter, stammer Hij was zo verliefd dat hij alleen maar lieve woordjes kon stamelen. - He was so smitten with love that he could only stammer some sweet words. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stamelen (ww.) | to falter ; to stammer ; to stutter |
stamelen | dyslalia ; stammering ; syllable stumbling |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stamelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hakkelenNL: haperenNL: stotteren