Vertalingen snateren NL>EN
snateren
werkw.
Uitspraak: | [ˈsnatərə(n)] |
Verbuigingen: | snaterde (verl.tijd ) heeft gesnaterd (volt.deelw.) |
1) het geluid van een eend maken -
cackle, squawk, cluck 2) hard en druk praten -
gaggle, giggle, talk Zitten jullie niet zo te snateren. - Please don't make so much noise. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
snateren (ww.) | to blab ; to burble ; to chat ; to chirp ; to croak ; to gabble ; to gaggle ; to narrate ; to quack ; to talk ; to tell |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `snateren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: babbelenNL: gakkenNL: kakelenNL: klappenNL: kletsenNL: kwakenNL: kwebbelenNL: kwekkenNL: kwetterenNL: praten