Vertaal
Naar andere talen: • sjorren > DEsjorren > ESsjorren > FR
Vertalingen sjorren NL>EN

sjorren

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃɔrə(n)]
Verbuigingen:  sjorde (verl.tijd ) heeft gesjord (volt.deelw.)

hard trekken - pull, tug, fasten
de lading met riemen vastsjorren - secure the load with belts
Hij sjorde aan zijn jas, die scheef zat. - He pulled on his jacket which had gotten stuck.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sjorren (ww.)to drag ; to lash ; to lug ; to tug
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `sjorren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dragen
NL: vastbinden